1. Vraag van gebruikers
Kunnen jullie de mogelijkheid voorzien om verschillende bewerkingen door elkaar te oefenen? Sommige leerkrachten willen bijvoorbeeld maal- en deeloefeningen combineren, per tafel. Maar wanneer is dat didactisch verantwoord?
Volgens de theorie moeten leerlingen eerst inzicht verwerven in vermenigvuldigen en delen, en vooral de samenhang tussen beide begrijpen. Pas daarna begint het formele rekenen, gevolgd door het automatiseren van rekenfeiten.
Tijdens de opbouwfase van het formeel rekenen is een gestructureerde aanpak cruciaal. In deze fase kunnen bewerkingen geleidelijk gecombineerd worden, maar met de nodige voorzichtigheid. De nadruk ligt op het doorgronden van rekenstructuren en relaties, niet op snelheid.
In de automatiseringsfase is het belangrijk om verwarring te vermijden. Te vroeg verschillende bewerkingen door elkaar oefenen kan het werkgeheugen overbelasten en leiden tot fouten. Denk aan een fout als 10 : 2 = 20, waarbij de leerling onbewust overschakelt naar een maaloefening. Automatiseren vraagt vooral om herhaling, foutloos oefenen en voldoende oefenkansen. Rekenfeiten worden opgeslagen in een associatief netwerk in het geheugen, waar sterke en correcte verbindingen essentieel zijn.
Pas in de consolidatiefase, wanneer rekenfeiten vlot, accuraat en automatisch worden opgeroepen, is het zinvol om verschillende bewerkingen door elkaar aan te bieden. Dat bevordert het inzicht, houdt de kennis actief en bereidt leerlingen voor op complexere opgaven.
Conclusie:
Het combineren van bewerkingen, zoals maal- en deeloefeningen, is pas zinvol wanneer de basis geautomatiseerd is. Te vroeg variëren kan verwarring zaaien en het leerproces verstoren. Eerst structuur en beheersing, dan pas variatie en flexibiliteit.
|